Ridderschapslaan

 

Van die eerste jaren weet ik nog wel veel, maar de herinneringen zijn hier en daar vergeeld en waarschijnlijk door de jaren enigszins vervormd, maar het zijn en blijven mijn herinneringen. Sommige dierbaar en andere wellicht liever vergeten. Chronologisch opschrijven is bijna ondoenlijk, maar ik zal trachten mijn verhaal zo chronologisch mogelijk op te schrijven.

Mijn eerste herinnering is angst, ik alleen? Thuis, huilend waarschijnlijk wakker geschrokken uit mijn eerste slaap, naar beneden gegaan. Huilend en roepend uit het keukenraam ik denk misschien drie jaar oud. Een buurvrouw heeft me toen getroost en dat was een veilig gevoel.

De periode in de wijk Griffensteijn, waarin de Ridderschapslaan ligt, beslaat de eerste acht/negen jaar van mijn leven. Ik ben er geboren, vanuit daar voor het eerst naar de kleuter- en later grote (tegenwoordig basis-)school gegaan, heb er vele vriendjes en vriendinnetjes gehad en er mijn eerste herinneringen opgedaan.

 

Het was een huis dat net na de tweede wereldoorlog gebouwd is. Zogenaamde revolutiebouw, hetgeen niet meer betekend dan dat er in korte tijd veel huizen werden neergezet. De huur bedroeg f 90,00 gulden per maand en daarvoor had je dan een woonkamer, drie slaapkamers en een tuin. Uiteraard hadden mijn ouders een eigen slaapkamer en ik deelde met mijn zus Gerda een kamer, om ruimte te besparen hadden we een opklapbed. Dineke die de oudste is heeft een eigen slaapkamer.

Opklapbed

Een bad is er niet, wel een lavet. Een lavet is een granieten bak die met water kan worden gevuld, deze bak heeft opstaande randen en een zitgedeelte. Van dat lavet weet ik nog dat het erg koud aanvoelde als je in je blootje op het zitgedeelte plaatsnam.

De huiskamer leek me toen erg groot, maar was ca. 7 bij 4 meter. Op de vloer lag een ruw soort tapijt, zo ruw dat je als klein kind wel snel wilde leren lopen, omdat als je zou blijven kruipen de blaren op je knieën zouden staan. Alles was in lichte tinten, wit, beige en geelachtig voor zover ik me kan herinneren. De keuken was ook klein en mijn moeder kookte daar natuurlijk. Maar ook deed ze er de was. We hadden geen wasmachine, nee de was werd in een teil gedaan en met een wringer een beetje drooggemaakt.

Bovenstaand voorbeelden van een opklapbed en lavet.

 

Daarna hing de was in de tuin aan de waslijn te drogen. In de tuin stond een schuur met daaraan vast gebouwd een kolenhok. Dat kolenhok was nog in gebruik omdat we een kolenkachel stookten.

De kachel stond beneden in de huiskamer, hetgeen inhoudt dat boven geen enkele vorm van verwarming was. Ik herinner me dan ook dat als ik ‘s winters wakker werd en de gordijnen werden geopend de ijsbloemen op de ramen stonden. Gelukkig sliepen we onder dikke dekens waardoor we het niet koud hadden. Later kregen we een gaskachel. 

onderstaand een foto van onze kolenkachel, in het midden de schuur met het kolenhok en rechts de gaskachel.

 

De dag waarop ik bijna verdronk

Dit verhaal ken ik alleen uit de overlevering en weet dus niet of alle feiten precies kloppen.

Als klein kind van misschien anderhalf jaar oud, kon ik fijn in de achtertuin spelen. Op die leeftijd kan een kind al lopen en ik zal lekker wankel door de tuin heen en weer zijn ‘gehobbeld’.

Onze buren Toon en Tinie woonden al lang naast ons op nummer 19. Mijn ouders hadden wel goed contact met hen. Hun tuin lag precies naast de onze en de tuinen werden gescheiden door een metalen hek. Hoe oud zij precies waren weet ik niet, mijn herinneringen zijn vooral dat zij een brommer hadden waarop ze regelmatig samen weggingen en dat ze een mooie vijver in de tuin hadden. Zij waren een kinderloos echtpaar en vonden het leuk om nu en dan op mij te passen. Ik werd dan over het hek getild en speelde in hun tuin.

Dat zal meestal wel goed zijn gegaan, maar op zekere dag ging het toch flink mis. Misschien hebben ze even niet goed opgelet. Ineens was ik spoorloos verdwenen en er ontstond paniek. Ik denk dat ze in hun tuin hebben staan roepen en schreeuwen en dat mijn ouders daaropaf zijn gekomen. Als peuter droeg ik een slabbetje om mijn kleertjes schoon te houden. Dat slabbetje heeft mijn leven gered. Mijn vader zag namelijk mijn slabbetje in de vijver drijven en ik had dat slabbetje om, dus moest ik er wel onder liggen. Mijn vader heeft me toen bewusteloos uit de vijver gepakt waar ik al een poosje onder water was geweest. Ik schijn blauw te zijn geweest door zuurstofgebrek. Hij heeft me op mijn buik gelegd en op mijn rug gedrukt, waarna grote golven vijverwater uit mijn longen kwamen. Wat zullen Toon en Tinie bang zijn geweest en hoe erg moeten ze zich hebben geschaamd. Mijn ouders zijn vast boos maar ook erg opgelucht geweest. Inmiddels zijn we meer dan 50 jaar verder en ik ben er nog steeds. Inmiddels kan ik wel zwemmen J

Waarschijnlijk is het de meest zorgeloze periode van mijn leven geweest, het was qua school absoluut niet prestatiegericht, meer een voorbereidende periode op het wel prestatiegerichte leven wat daarna komt.

De vakantie werd in die tijd in Noordwijk (1964), en Bakkum (1965 en 1966) doorgebracht aan zee. Samen met ooms en tantes van mijn moeders kant.

Onze eerste televisie kan ik me nog goed voor de geest halen, uiteraard een zwart wittoestel, met een sprietantenne en een apart kastje voor Nederland 2. Twee zenders en alleen in de avond was er uitzending. Ik herinner me vooral de Fabeltjeskrant en de maanlanding.

Ergens eind jaren 60 heeft mijn vader zijn rijbewijs gehaald en werd een Volkswagen Kever aangeschaft. Daarvoor reed hij altijd op een bromfiets. Samen met zijn “maat” ome Kees ging hij altijd op zaterdag vissen, ‘s morgens vroeg om voor 5.00 uur soms al. Toen ik wat groter was mocht ik wel eens mee. Ik vond dat altijd erg spannend, vroeg opstaan en dan in het donker naar het een of ander viswater, brood en koffie mee. Concentreren lukte me niet altijd even goed, dus was ik regelmatig behoorlijk tot last. Soms omdat ik naar huis wilde, dan weer omdat mijn vislijn dwars door die van of mijn vader of die van ome Kees ging. Soms gingen we ook naar Loosdrecht waar we dan een bootje huurden en op de plassen gingen vissen. Ik was toen al behept met een blaas die geen uitstel duldde en menig keer moest ik over de rand van de boot plassen.

We speelden veel buiten en dat deed ik meestal met Loekie Verschuur, mijn buurjongen die 2 huizen verder op nr.13 woonde. We speelden cowboytje, soldaatje en ook voetbalden we vaak.

Regelmatig waren we in de speeltuin te vinden waar de heer Koeleman de scepter zwaaide, een kleine man met een enorme bochel. In de kantine van de speeltuin werd ook Sinterklaas en Kerstfeest gevierd. In de winter werd een deel van het terrein onder water gezet waardoor er een ijsbaan ontstond waar de kinderen konden schaatsen.

In 1968 heeft er zelfs een foto van Loekie en mijzelf in de krant gestaan gemaakt in de speeltuin.

Aan de andere kant waren onze buren de familie Freund op nr. 15. Zij waren van Indische afkomst. Op de foto sta ik met hun dochter Joyce Freund.

Na de familie Freund woonde de familie Douma op nr. 15. Vader Douma zat bij de politie en speelde trompet. Op de foto hieronder lig ik op een luchtbedje in de teil. In de tent zitten Arjen en Jelle Douma. Achter de bank/tent en rechts op de foto staat de volière (vogelkooi) van mijn vader. Op de bank ligt de wringer waarmee mijn moeder de was een beetje droogmaakte voor ze deze aan de waslijn hing.

Mijn vader hield dus vogels in de tuin en was daar erg trots op. Van zijn zuurverdiende centjes kocht hij af en toe nieuwe vogels. Helaas waren er ook katten in de buurt die ’s nachts op jacht gingen en zo ook de volière beklommen. De vogels schrokken dan en vlogen zich dood tegen het gaas. Mijn vader was daar zo kwaad over dat hij in de nacht met zijn buks op wacht ging zitten. Als hij dan een kat op of bij de volière zag schoot hij deze dood.

In 1969 worden mijn ouders -zij zijn dan bijna veertig jaar oud- verrast met de heuglijke mededeling dat mijn moeder zwanger is van een tweeling. Wat me erg goed bij is gebleven is het moment waarop de vliezen braken. Ik was alleen thuis met mijn moeder, zij zat in en stoel en plotseling was alles nat. Mijn moeder riep “haal tante Doortje” (onze achterbuurvrouw). Daarna is mijn vader naar huis gekomen en zijn zij samen met onze Volkswagen Kever naar het Zeister Ziekenhuis gegaan, waar ‘s avonds om 19.26 uur Nicole en om 19.30 uur Ellen werden geboren. Uiteraard zijn deze twee kinderen die op 20 oktober 1970 als Nicole Hanneke en Ellen Patricia in de burgerlijke stand worden ingeschreven van harte welkom, maar het brengt wel het nodige teweeg in ons gezin.

Financieel kan ons gezin net rondkomen, maar twee kinderen erbij brengt de nodige kosten met zich mee. Zo kreeg ik voor Sinterklaas in 1970 niet veel bijzonders, terwijl bij de buren de cadeaus hoog tegen de gevel stonden opgestapeld.

Dan is er nog het feit dat we aan de Ridderschapslaan maar drie slaapkamers hebben, dat is toch wel krap met vijf kinderen. Via een -dan nog- goede kennis kunnen mijn ouders aan een groter huis komen en zo verhuizen we in 1971 naar de Joost van den Vondellaan nummer 28 in Zeist.

2023

Ik ben dat jaar 40 jaar getrouwd en we maken met de kinderen en kleinkinderen een rondrit langs alle huizen waar ik (en we) gewoond hebben. Dit is in de voortuin op de Ridderschapslaan.

Via internet las ik dat de wijk gesloopt gaat worden, ik neem me voor om vóór de sloop te proberen nog één keer mijn geboortehuis te bezoeken.

Op 15 juni 2024 zie ik op internet onderstaande foto en schrik enorm…ben ik al te laat? Ik neem me voor om de volgende dag na mijn werk direct naar mijn oude huis toe te gaan.

16-06-2024

Vanmiddag uit mijn werk naar de Ridderschapslaan gereden. Hoe ga ik dit aanpakken? Een beetje onzeker over het feit dat ik mensen overval met mijn vraag om binnen te mogen kijken. Het is ook nog het tijdstip dat het Nederlands elftal de eerste EK wedstrijd tegen Polen speelt. Eerst maar even een rondje om het huizenblok gelopen. Een paar foto’s gemaakt van de schuur en het steegje achter het huis.

 En toen ging het erg hard regenen. Paraplu op en gewacht tot het droog was…en alle moed verzameld en aangebeld.

De deur werd opengedaan door een jonge (naar later bleek) Armeense man van ik denk een jaar of 30-35. Ik stelde me voor en vroeg eerst wanneer dit blok gesloopt gaat worden. Dat wist hij niet precies, misschien dat de buren het weten. Toen gezegd dat ik meer specifiek in dit huis geïnteresseerd ben om ik er geboren ben en heel graag voor de sloop nog eens binnen wil kijken. Helemaal mooi zou het zijn als ik dan ook nog foto’s zou mogen maken. Toen vroeg hij me binnen waar een nichtje was die gelijk verbaasd vroeg ‘foto’s maken? Nu? Ik zei dat dat niet de bedoeling is en ik daarvoor gemakkelijk later terug kan en wil komen. Ik realiseerde me zo goed dat ik hier voor het laatst als 9-jarig jongetje binnen ben geweest en veel herinneringen komen direct naar boven.

We hebben in de woonkamer van 15.15 tot 16.30 uur zitten praten en ik heb mijn herinneringen gedeeld. Ik kreeg koffie en een ijsje, de sfeer was zeer ontspannen en gastvrij we hebben ook erg veel andere onderwerpen besproken. Tenslotte hebben we contactgegevens uitgewisseld en er zal een afspraak komen om de foto’s te maken.

Ik had mijn fotoboekje meegenomen en heb ze wat oude foto’s laten zien. Ik heb beloofd hun zoveel mogelijk oude foto’s te sturen zodat we binnenkort ‘toen en nu foto’s’ kunnen maken.

Kortom een indrukwekkende ontmoeting…die een vervolg gaat krijgen.

Het vervolg september 2024

Het duurde een poosje voor we weer contact kregen. Via de app heb ik gevraagd of het maken van foto's nog zou gaan lukken? Helaas kon ik deze uiteindelijk niet zelf maken. Heel begrijpelijk dat de familie niet op mij zit te wachten nu zij vlak voor een verhuizing staan en in onzekerheid verkeren.

Gelukkig was de jonge man wel bereid zelf een aantal foto's te maken. Niet alles helemaal zoals ik had bedacht, maar toch een aanvulling op alles wat ik al had. Ik plaats deze hieronder. 

Ridderschapslaan 17

I still remember a lot about those first years, but the memories are yellowed here and there and probably somewhat distorted over the years, but they are and will remain my memories. Some cherished and others perhaps better forgotten. Writing it down chronologically is almost impossible, but I will try to write my story as chronologically as possible.
My first memory is fear, just me? At home, crying, probably woken up from my first sleep, I went downstairs. Crying and shouting out the kitchen window, I think maybe three years old. A neighbor then comforted me and that was a safe feeling.
The period in the Griffensteijn district, where Ridderschapslaan is located, covers the first eight/nine years of my life. I was born there, went to nursery and later a large (now primary) school there for the first time, had many friends there and made my first memories there

It was a house that was built just after the Second World War. So-called revolutionary construction, which means no more than that many houses were built in a short time. The rent was guilders 90.00 per month and for that you had a living room, three bedrooms and a garden. Of course, my parents had their own bedroom and I shared a room with my sister Gerda, to save space we had a folding bed. Dineke, who is the eldest, has her own bedroom

There is no bath, but there is a lavet. A lavet is a granite container that can be filled with water, this container has raised edges and a seating area. I remember from that lavet that it felt very cold when you sat naked on the seating area.

 

The living room seemed very large to me at the time, but it was approximately 7 by 4 meters. There was a rough kind of carpet on the floor, so rough that as a small child you wanted to learn to walk quickly, because if you kept crawling you would get blisters on your knees. Everything was in light shades, white, beige and yellowish as far as I can remember. The kitchen was also small and of course my mother cooked there. But she also did laundry there. We didn't have a washing machine, no, the laundry was put in a tub and dried a bit with a wringer.

Then the laundry was hung to dry on the clothesline in the garden. In the garden there was a shed with a coal shed attached to it. That coal shed was still in use because we were burning a coal stove

The stove was located downstairs in the living room, which means that there was no heating of any kind upstairs. I remember that when I woke up in winter and opened the curtains, there were frost flowers on the windows. Luckily, we slept under thick blankets so we didn't feel cold.

 

The day I almost drowned


I only know this story from tradition and therefore do not know whether all the facts are exactly correct.
As a small child, perhaps a year and a half old, I enjoyed playing in the backyard. At that age a child can already walk, and I must have 'hobbled' back and forth through the garden.

Our neighbors Toon and Tinie had lived next to us at number 19 for a long time. My parents had good contact with them. Their garden was right next to ours and the gardens were separated by a metal fence. I don't know exactly how old they were, my memories are mainly that they had a moped on which they regularly went out together and that they had a beautiful pond in the garden. They were a childless couple and enjoyed babysitting me every now and then. I was then lifted over the fence and played in their garden.

That must have gone well most of the time, but one day things went terribly wrong. Maybe they weren't paying attention for a moment. Suddenly I disappeared without a trace and panic set in. I think they were shouting and screaming in their garden and my parents came over. As a toddler I wore a bib to keep my clothes clean. That bib saved my life. My father saw my bib floating in the pond and I was wearing that bib, so I had to lie under it. My father then grabbed me unconscious from the pond where I had been under water for a while. I appear to have been blue from lack of oxygen. He put me on my stomach and pushed me onto my back, after which large waves of pond water came out of my lungs. How scared Toon and Tinie must have been and how ashamed they must have been. My parents must have been angry but also very relieved. More than 50 years have passed, and I am still here. I can now swim 😊

It was probably the most carefree period of my life, in terms of school it was not performance-oriented, more of a preparatory period for the performance-oriented life that comes afterwards.


At that time, the holidays were spent by the sea in Noordwijk (1964) and Bakkum (1965 and 1966). Together with uncles and aunts from my mother's side.

I can still vividly remember our first television, of course a black and white set, with a whip antenna and a separate box for Netherlands 2. Two channels and there was only a broadcast in the evening. I especially remember the Fabeltjeskrant and the moon landing.
Sometime in the late 1960s, my father got his driver's license and bought a Volkswagen Beetle. Before that he always rode a moped. Together with his “buddy” Uncle Kees, he always went fishing on Saturdays, early in the morning, sometimes before 5 a.m. When I was a bit older, I was sometimes allowed to come along. I always found that very exciting, getting up early and then going to some fishing water in the dark, taking bread and coffee with me. I was not always able to concentrate well, so I was often quite a burden. Sometimes because I wanted to go home, sometimes because my fishing line went right through that of my father or Uncle Kees. Sometimes we also went to Loosdrecht where we rented a boat and went fishing on the lakes. I was already suffering from a bladder that would not tolerate delay and many times I had to urinate over the side of the boat.
We played outside a lot, and I usually did that with Loekie Verschuur, my neighbor who lived 2 houses away at number 13. We played cowboys, soldiers and we often played football.

We were regularly found in the playground where Mr Koeleman was in charge, a small man with a huge hunchback. Sinterklaas and Christmas were also celebrated in the playground canteen. In winter, part of the site was flooded, creating an ice rink where children could skate.


In 1968 there was even a photo of Loekie and me in the newspaper, taken in the playground.

On the other side, our neighbors were the Freund family at No. 15. They were of Indian descent. In the photo I am with their daughter Joyce Freund.

After the Freund family, the Douma family lived at number 15. Father Douma was in the police and played the trumpet. In the photo below I am lying on an air mattress in the tub. Arjen and Jelle Douma are in the tent. Behind the bench/tent and on the right of the photo is my father's aviary (birdcage). On the couch is the wringer that my mother used to dry the laundry a bit before hanging it on the clothesline.

So, my father kept birds in the garden and was very proud of that. He occasionally bought new birds with his hard-earned money. Unfortunately, there were also cats in the area that went hunting at night and climbed into the aviary. The birds were then shocked and flew to the mesh to their death. My father was so angry about this that he sat guard at night with his rifle. If he saw a cat in or near the aviary, he shot it dead.


In 1969, my parents - who were almost forty years old - were surprised with the joyful announcement that my mother was pregnant with twins. What I remember very clearly is the moment when my waters broke. I was home alone with my mother; she was sitting in a chair and suddenly everything was wet. My mother shouted, “get Aunt Doortje” (our neighbor at the back). Afterwards my father came home, and they went together with our Volkswagen Beetle to the Zeister Hospital, where Nicole and Ellen were born at 7.26 pm in the evening. Of course, these two children, who were registered in the civil register on October 20, 1970, as Nicole Hanneke and Ellen Patricia, are very welcome, but it does have a major impact on our family.

Our family can just about make ends meet financially, but adding two children entails a lot of costs. For example, I didn't get anything special for Sinterklaas in 1970, while the neighbors' presents were piled high against the facade.

Then there is the fact that we only have three bedrooms on Ridderschapslaan, which is a bit tight with five children. Through a -then- good acquaintance, my parents were able to acquire a larger house and so in 1971 we moved to Joost van den Vondellaan number 28 in Zeist.

 

2023

That year I have been married for 40 years and we take the children and grandchildren on a tour of all the houses where I (and we) have lived. 

I read on the internet that the neighborhood is going to be demolished, I intend to try to visit my birthplace one more time before the demolition.


On June 15, 2024, I saw a photo of the demolition on the internet and was very shocked...am I already too late? I resolve to go straight to my old house the next day after work.

 

16-06-2024

Drove from work to Ridderschapslaan this afternoon. How am I going to handle this? A little insecure about the fact that I am surprising people with my request to look inside. It is also the time that the Dutch national team plays its first European Championship match against Poland. First, I walked around the block. Took a few pictures of the barn and the alley behind the house.

And then it started raining very hard. Put up an umbrella and waited until it was dry...and gathered all the courage and rang the doorbell.
The door was opened by a young (as it turned out) Armenian man, I think about 30-35 years old. I introduced myself and first asked when this block will be demolished. He didn't know exactly, maybe the neighbors know. Then I said that I am more specifically interested in this house because I was born there and would really like to take a look inside before it is demolished. It would be great if I could also take photos. Then he asked me inside where a niece was, who immediately asked in surprise: 'Take pictures? Now? I said that that is not the intention and that I can and will easily come back later for that. I realized so clearly that the last time I was here was as a 9-year-old boy and many memories immediately came to mind.


We talked in the living room from 3:15 to 4:30 and I shared my memories. I got coffee and an ice cream, the atmosphere was very relaxed and hospitable, we also discussed many other topics. Finally, we exchanged contact details, and an appointment will be made to take the photos.
I brought my photo album and showed them some old photos. I promised to send them as many old photos as possible so that we can take 'then and now photos' soon.


In short, an impressive meeting… that will be continued.